Mao Magazine, 9 oktober 2001 |
Het echte verzet is vrouwelijk
In 1977 richtte een Afghaanse vrouw, Meena, de Revolutionary Association of the Women of Afghanistan (RAWA) op. De vrouwelijke moslim-intelligentsia kwam op voor meer rechten en democratie. Tijdens de Russische bezetting voerden ze hun eigen verzet aan, zowel tegen de Russen als tegen fundamentalistische bendes. Met lede ogen moesten de vrouwen aanzien dat eerst de clan van Gulbuddin Hekmatyar gesponsord werd (door de VS en de Britten) en dat na de terugtrekking van het Russische leger het geld naar het klaarstomen van de Taliban-troepen ging.
De Afghaanse burgers en vooral de vrouwen gingen op dat moment door een hel. Meena werd vermoord in 1987. Sindsdien jaagt de Taliban (via een fatwa of islamitisch doodvonnis) open en bloot op RAWA-leden. De RAWA-vrouwen concentreren zich op hulpverlening in de Pakistaanse vluchtelingenkampen en op het aanklagen van de gruwelijke terreur van de fundamentalisten, met behulp van hun tijdschrift Payam-e-Zan (Woman’s Message).
Maar het is vooral met hun website – http://www.rawa.org/ of http://www.rawa.us/- dat ze de Taliban openlijk bevechten. Onder hun burqa’s trekken ze naar Afghanistan en filmen en fotograferen alle mogelijke wandaden van de kierewiete Talibanezen; vooral de pathologische passie van die laatsten voor publieke executies en lynchpartijen.
Op elke straathoek patrouilleren leden van het ‘Bureau ter Bevordering van de Deugd en ter Voorkoming van de Ondeugd’, op zoek naar belachelijke excuses om naar hun pik of hun geweer te grijpen. Gestoord crapuul dat uitkijkt naar klakkende schoenen, blote enkels en loslopende meisjes. Sinds 1996 mogen meisjes en vrouwen namelijk niet meer alleen op straat in Afghanistan, laat staan buitenshuis werken of naar school gaan. Vrouwen mogen ook niet door mannelijke artsen onderzocht worden. En vrouwelijke artsen zijn illegaal. Dus begon RAWA clandestien te werken via mobiele teams van artsen en lesgevers.
In 1999 werd een vrouw geëxecuteerd in het bijzijn van haar man, haar kinderen en duizenden toeschouwers in het voetbalstadion van Kabul. Een RAWA-lid filmde het gebeuren en stuurde de video de wereld rond. Een eerste schokeffect was bereikt. De Rawa-vrouwen vragen hulp: geld, gesofistikeerde camera’s en vooral media-aandacht. Want in de nadagen van 11 september wordt hún oorlog systematisch vergeten.
In 1998 had RAWA samen met andere feministische organisaties een einde gemaakt aan het miljardenplan van de Californische firma Unocal om olie- en gaspijpleidingen door Afghanistan te trekken. Meer recentelijk konden ze het plan verhinderen van Telephone Systems International uit New Jersey om een satellietsysteem voor heel Afganistan te installeren. Het zou de Taliban en de Amerikaanse economie nochtans veel geld hebben opgebracht. Maar het Westen moet ophouden de Taliban en andere fundamentalistische bewegingen als strategische pionnen te gebruiken en de Afghaanse vrouwen hun stem en hun gezicht teruggeven. Dat is de boodschap.